Projecten
Zie hier de projecten die de Vrienden hebben opgezet en/of ondersteund met een financiële bijdrage.
2009
Bijdrage Vrienden aan verder herstel van de 252
Bij de jubileumviering van 30 jaar Stibans op 19 september 2009 werd bekend gemaakt dat locomotief 1010 en het treinstel 252 (materieel ’36) door de Stibans in eigendom werden overgedragen aan het Spoorwegmuseum. Het niet bewaard blijven van een vertegenwoordiger van materieel ’36 was in 1979 de reden voor de oprichting van de Stibans.
Nu zowel de 1010 als de 252 in de collectie van het Spoorwegmuseum waren opgenomen en bovendien in het bewaarplan van het museum ook ruimte gereserveerd werd voor het huidige NS-materieel was in 2009, na 30 jaar actie, de hoofddoelstelling van de Stibans bereikt. De bewaarfunctie van de stichting werd beëindigd. De Stibans bleef actief als fondsenwerver voor het herstel van de 252 welk treinstel zich op dat moment in Duitsland bij SFW Delitzsch bevond voor een omvangrijke casco- en draaistelrevisie.
Aansluitend op de overdracht van de 252 aan het Spoorwegmuseum heeft het bestuur van de Vrienden een aanvraag van de directie van het museum gehonoreerd voor een bijdrage van 38.000 euro om daarmee de revisie van de tractiemotoren van de 252 mogelijk te maken. Dat was misschien wat vroeg, maar door deze werkzaamheden op dat moment al uit te voeren werd bereikt dat de bakken later niet nogmaals gelicht hoefden te worden en de draaistellen weer uit elkaar moesten. Dan zou er een veelvoud van dit bedrag nodig zijn geweest. De draaistellen zelf waren in juni 2008 al klaar maar wachtten voor montage nog op de motoren. Het Museum kwam hiermee weer een stap verder in de richting van de realisatie van de plannen voor een rijvaardige 252.
Over het verdere verloop van de restauratie van de 252 wordt u nader geinformeerd in de Vriendendienst(-digitaal) en hier op de website uiteraard.
2016
Locomotief 1125 is weer thuis
Op de sneeuwerige zondag 14 februari 2016 had motorpost 3031 een bijzondere oude bekende aan de trekhaak. Locomotief 1125, in het museum lang bekend als 1122, werd van Amsterdam overgebracht naar het Spoorwegmuseum. Niet op eigen kracht, althans tot aan de Maliebaan. Want met toch wel enige trots konden na aankomst de pantografen worden opgezet. En kon het in aantal bescheiden, maar met groot enthousiasme aanwezige ontvangst comité zien dat we echt praten over de weer zelfstandig rijdbare 1125.
Dat de loc op vertrouwd terrein terugkeerde heeft alles te maken met de noodzaak de Amsterdamse locatie aan de Zaanstraat te moeten verlaten. Dit in verband met de werkzaamheden aan het NS-reizigersmaterieel waar alle ruimte voor nodig is. De 1125 heeft sinds 16 april 2013 in Amsterdam gebivakkeerd en in die periode is er hard gewerkt aan het verdere herstel van de loc. Zo zijn bijvoorbeeld de draaistellen vervangen en is de techniek in de locomotief nagekeken. Het resultaat van alle inspanning zit dan ook hoofdzakelijk verborgen in de loc. Een niet terzake kundige toeschouwer zal, afgezien van de kleur, weinig verschil zien tussen de wat vale 1122 bij vertrek en de turkoois glimmende 1125 bij terugkomst. Het schilderwerk is in de afgelopen weken verricht door de leden van de werkgroep materieel van het Museum.
Er moet nog wel werk worden verricht aan de locomotief. Het welkomstfeestje komt pas als de 1125 zonder beperkingen beschikbaar is. Dus ook pas als de nog ontbrekende schriftelijke bevestiging van de toelating door de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) is ontvangen. Maar dat is papier, letterlijk. Ook technisch zijn er ook nog enkele klussen te doen.
Bij het bekijken van de locomotief was er in het museum soms wat verwarring over de identiteit (die loc stond toch al in het Museum…..) of de kleur (ze waren toch blauw….). Het is nu het wachten op het afronden van die laatste klussen. De loc zal dan hopelijk beginnen aan een mooi tweede leven na het bereiken van de AOW-leeftijd. Op 23 juli 2016 was het namelijk 65 jaar geleden dat de 1125 uit Frankrijk in de werkplaats Tilburg arriveerde. Drie dagen later werd de loc in Maastricht in dienst gesteld.
Sierlijsten en nummerborden
(tekst op basis van informatie van Huub van Soest)
Het project “rijvaardig maken van de 1125” heeft in beginsel verwarring veroorzaakt. Niet in de laatste plaats omdat sinds 1987 de sierstrips en de nummerplaten van de 1122 de lok verfraaien. Attributen trouwens die indertijd dankzij de Stibans werden veilig gesteld toen de laatste 1100-en van een botsneus werden voorzien. Voor de volledigheid: de Stichting KLOK heeft de echte 1122 in bezit. Reden genoeg om de dus in een identiteitscrisis geraakte museale 1100 haar originele nummer weer terug te geven.
Financiële steun Vrienden
Daarnaast was het de vurige wens van het Museum dat locomotief 1302 de blauwe kleurstelling aangemeten zou krijgen. Degene die oude foto’s bekijkt en deze reflecteert aan bijvoorbeeld de gele 1312, begrijpt dat het niet een kwestie was van een kwast ter hand nemen. De fraai blauwe kleurstelling van de lokkast werd namelijk gebroken met aluminium sierlijsten, net als bij de 1125. Ook de nummerplaten zijn uit aluminium vervaardigd, materiaal dat om een specialistische aandacht vraagt als het om verwerken gaat. Foutieve behandeling of het toepassen van een verkeerde legering kan al blijvend zichtbare gevolgen hebben. Besloten werd om zowel de nummerplaten voor de 1125 als de sierlijsten in één project mee te nemen. En dankzij de financiële bijdrage van de Vrienden werd het mogelijk zowel de ceintuur van de toekomstig blauwe 1302 als de nummerplaten van de 1125 en de 1302 te laten namaken.
Het creëren van nieuwe nummerplaten is niet zo’n groot probleem: tekeningen zijn voorhanden en de collectie is divers, aan voorbeelden geen gebrek. Sterker, de frontnummerplaat van de 1302 was aanwezig! De sierlijsten van de 1300 waren in het verleden helaas ten deel gevallen aan het slopersgeweld. Voorbeelden waren er derhalve niet meer. In het rijke archief van het spoorwegmuseum werden gelukkig tekeningen gevonden van de lijsten. Een duidelijke en bruikbare tekening van de frontpartij ontbrak echter. Dit was het begin van een zoektocht.
CC 7107 in Mulhouse
Om beslagen ten ijs te komen is eerst met hulp van een laser de 1312 exact opgemeten. Zodoende konden de beschikbare tekeningen getoetst worden op bruikbaarheid. Ondertussen viel er een hoofdzakelijk met kit vastgezette sierlijst van de 1125. Tot dan toe was dat het enige beschikbare voorbeeld, samen met een onduidelijke tekening van de frontverlichting en een voorzetglas dat identiek is aan dat van de 1100. Haast tegen beter weten in is aan de hand daarvan een houten mal gemaakt. Zoals op de foto is te zien wees passen en meten op de 1312 echter uit dat het niet klopte, en niet zo’n klein beetje ook…..!
Er was maar één alternatief: op bezoek gaan in het Cité du Train in Mulhouse (Frankrijk) om de aldaar opgestelde Franse zustermachine CC7107 op te meten. De geopende koffer op de luchthaven leverde wat vragende gezichten van douaniers op maar de toelichting over het doel van deze missie, de uitleg dat het om treinonderdelen ging en een gewonnen discussie over de scherpte van een duimstok was voldoende om plaats te mogen nemen in het vliegtuig, de functionarissen gedesillusioneerd achterlatend. De eyeopener kwam niet lang na het zien van de CC7107. De ceintuur van de 1100 is niet gelijk aan die van de 1300! De houten mal was daarom op een onjuiste aanname gefabriceerd. Wederom de laser hanterend om de eerder gemeten waarden van de 1312 te toetsen gaven een verbluffende gelijkenis. Zo zijn de lokkasten exact gelijk aan elkaar. De aanwezige sierlijsten kwamen overeen met de op tekening gevonden afmetingen en het afwijkende front van de CC7107 was voldoende bruikbaar om meetwaarden over te nemen. De retourvlucht begon met een uit hangpose opkijkende douanier bij het passeren van de kofferscan. Nu overigens zonder verdere vragen……
Uiteindelijk is er een tekening van het rechter deel van het 1300 front gevonden. Het linkerdeel viel hieruit te spiegelen. Met alle meetgegevens, tekeningen en voorbeelden was het plaatje rond. Met Gravotech B.V., een kundig bedrijf dat dit ambachtelijke werk verstaat, werden alle beschikbare gegevens besproken. Behalve de frontpartij waren de hoekdelen van de 1300 de lastigste delen. En dat had te maken met de 10% helling van de neus van de 7107, de Franse visie op aerodynamica. Als de foto’s van de CC7107 er bij worden gelegd kan worden gezegd dat de huidige sierlijsten van de 1125 door veel schoonheidsfoutjes worden gekenmerkt. Dat maakte het echter allemaal authentiek.
2018
De vernieuwde modellenpresentatie
Op woensdag 4 juli opende het Spoorwegmuseum het Modellenmagazijn. In deze nieuwe, permanente expositie wordt de unieke collectie modeltreinen van het museum getoond. Kijk voor een impressie van de opening naar het filmpje.
Fabrieksmodellen, zelfbouwlocomotieven, stokoud speelgoed en zeldzame verzamelobjecten. In het Modellenmagazijn hebben allerlei verschillende modeltreinen een plek gekregen. Maak op een speelse manier kennis met de mensen achter de modellen: de bouwers, bedenkers, bezitters en beginners. Via deze ‘locomotypen’, zoals het museum ze heeft genoemd, kom je de altijd bijzondere en vaak spannende of gekke verhalen achter de modellen te weten.
Zoals het verhaal van de gebroeders Timperley, die honderden modeltreintjes bouwden van luciferdoosjes en punaises. Of het verhaal van machinist Honig die zo’n prachtige modeltrein bouwde, dat hij gevraagd werd om voor het Spoorwegmuseum te komen werken. Er zijn zelfs modeltreinen die wel bedacht zijn, maar nooit in het echt gebouwd.
We zijn we er trots op te kunnen melden dat de restauratie van de modellen mede mogelijk is gemaakt door een financiële bijdrage van de Vrienden van het Spoorwegmuseum.
2019
Vrienden dragen bij aan de restauratie van Plan D-rijtuig RD 7659
Het park stalen rijtuigen van NS was na de oorlog danig uitgedund en passend in de wederopbouw en modernisering van het bedrijf werden bij Beijnes en Werkspoor 70 rijtuigen besteld, bekend onder de naam ‘Plan D’. Van deze karakteristieke rijtuigen zijn twee rijtuigen in ons museum bewaard. Aan de Maliebaan de AB 7709 en in Blerick het enige overgebleven originele restauratierijtuig, de RD 7659.
Over het materieeltype Plan D werd op 24 april een presentatie verzorgd in het Museum waarbij ook de RD’s uitgebreid aan de orde zijn gekomen. Aan het slot van zijn verhaal werd door presentator Peter van der Vlist aangekondigd dat het Museum heeft besloten de RD 7659 weer in originele staat terug te brengen.
Nog dit jaar wordt begonnen met de cascorevisie bestaande uit het volledige herstel van de buitenzijde van het rijtuig, inclusief het schilderen, draaistelrevisie en het interieurherstel. Het gehele interieur wordt terug gebracht in de toestand van begin jaren vijftig van de vorige eeuw. Het publiek kan straks de telefooncel en de ruimte voor de informatrice bekijken, afdelingen trouwens die nooit als zodanig dienst gedaan hebben. Ook de voor deze rijtuigen karakteristieke bar komt terug en het gelukkig wel bewaard gebleven fraaie houten sierpaneel wordt terug geplaatst. De vloeren en de verlichting worden hersteld.
Na de revisie is de RD weer functioneel inzetbaar op het spoorwegnet. Alleen het keukengedeelte kan niet meer worden gebruikt zoals dat gebeurde in de jaren dat het rijtuig nog gewoon in de binnenlandse sneltreinen en internationale D-treinen naar o.a. Parijs, Wenen en Kopenhagen meereed. De keuken zal optisch compleet en origineel zijn, maar de inrichting voldoet niet meer aan de huidige hygiëne-eisen. Om toch een historisch beeld te kunnen blijven geven is ervoor gekozen om aan het daartoe behorende kolengestookte fornuis niets te veranderen.
Ook de Vrienden dragen financieel bij aan de restauratie
Bij de lezing op 24 april werd aangekondigd dat ook de Vrienden met een substantieel bedrag bijdragen aan dit mooie project. In de bestuursvergadering van 11 april kon voorzitter Richard Weurding aan de afvaardiging van de Museum directie melden dat voor dit fantastische project een bedrag van 30.000 euro beschikbaar wordt gesteld.