Dieselmotorrijtuig NS 41 is op maandag 19 augustus 2024 door treinstel 386 overgebracht van het Spoorwegmuseum naar de werkplaats in Blerick waar het wordt opgeknapt. Daarna zal het rijtuig drie à vier jaar door de ZLSM worden ingezet in de treindienst. De inzet door de ZLSM maakt deel uit van activiteiten rond de sluiting, op 31 december 1974, van de laatste Nederlandse kolenmijn in Limburg, de Oranje-Nassau I in Heerlen.
Het motorrijtuig is begin jaren vijftig in de fabriek van Allan in Rotterdam gebouwd. Het is één van de dertig motorrijtuigen 21-50 die NS bestelde samen met de zesenveertig dieseltweewagentreinstellen 61-106. Vanwege de blauwe kleur en de Allan-vleugel onder de frontruiten van de cabines krijgt dit treintype al snel de bijnaam ‘Blauwe Engel’. De eerste Blauwe Engelen kwamen op de noordelijke diesellijnen in dienst. In de lokale pers werd de komst van dit materieeltype, gezien de verdwijnende stoomtractie, als de reddende engel van de spoorlijnen gezien, de reddende (blauwe) engel.
Al voor de overbrenging naar Blerick is in Utrecht een eerste visuele inspectie gehouden om een inventarisatie te kunnen maken van gebreken en zaken die zeker voor de overdracht aan de ZLSM hersteld moeten worden. Zo is er op diverse plaatsen behoorlijke roestvorming ontdekt, bijvoorbeeld rond de vensters. Alles bij elkaar is er een flinke waslijst met te herstellen gebreken. Inmiddels hebben de vrijwilligers in Blerick alle banken verwijderd om de wandpanelen en de wandbekleding te kunnen vervangen. Ook de raampartijen zijn verwijderd, noodzakelijk om de roestvorming daaronder te kunnen behandelen.
Meer berichten over het opknappen van motorrijtuig NS 41 kunt via de digitale nieuwsbrief van de Vrienden en onze website.
